Naar de verkiezingen met Joke, Elhasbia en Marc
Het zijn vreemde tijden voor de wereld, voor Geel en zelfs voor Elsum. Enerzijds heeft Vlaams-Belangvoorzitter Tom Van Grieken daar in een plaatselijk café een audiëntie georganiseerd voor zijn fascistoïde aanhang. Dat blijkt in de eerste plaats een oprui-sessie te zijn, waarvan het “Linkse ratten, rolt uw matten!” tot aan de naburige kruispunten hoorbaar is. Het is een historische waarheid dat de besnorde führer zelf daar een eeuw geleden nog niet zo bedreven in was dan de opportunistische yuppie die hier in café ’t Muske nog altijd dezelfde beschimmelde vorm van haat komt prediken. Anderzijds duwen geen honderd meter verder vlak na mekaar Elhasbia Zayou, Joke Sannen en Marc Van Ryne op dezelfde bel. Deze drie linkse ratten komen niet samen om hun matten te rollen, maar voor een interview. Op 26 mei e.k. gebruiken zij hun volle gewicht om de weegschaal alvast in Geel en omstreken naar links te doen overhellen.
Marc Van Ryne, Joke Sannen en Elhasbia Zayou zijn drie kandidaten van links, maar ook drie verschillende profielen. Het interview gaat niet over hun partijstandpunten, niet over rode of groene oplossingen voor actuele problemen, maar over hen: drie progressieve Gelenaars in het front van de verkiezingsstrijd. Hoe ervaren ze dat? En hoe komen ze op die Vlaamse en federale lijsten terecht? Werden ze met al dan niet lichte dwang gerekruteerd, of maken ze er een oude droom mee waar?
Marc Van Ryne (58) is zoals wel vaker nogal resoluut: “Ik sta daar omdat Groen in Geel een gezicht moet hebben”, zegt hij. “Op welke lijst en op welke plaats, dat deed er voor mij niet toe. Groen een gezicht geven, was mijn belangrijkste motief.”
Marc was in de jaren tachtig, de doorbraakjaren van Die Grünen, militair in Duitsland. “Je had daar toen al gescheiden huisvuilophaling”, zegt hij. “Je kon je grootverpakking toen al achterlaten in Duitse supermarkten… Ik zag die manier van denken helemaal zitten en heb ze mij toen al eigen gemaakt.” Tot voor enkele jaren mochten militairen in actieve dienst zich niet verkiesbaar stellen, maar toen het verhaal van de Belgische Strijdkrachten in Duitsland ten einde kwam en Marc zich weer in eigen land (Oud-Turnhout) ging vestigen, sloot hij zich wel aan bij wat toen nog de lokale afdeling van Agalev was. “Zo ben ik in de lokale politiek gerold”, zegt hij. Enkele jaren later, toen Marc alweer naar Landen was verkast, ging hij deel uitmaken van het provinciaal partijbestuur in Vlaams-Brabant. Eenmaal definitief gesetteld in Geel (en met de ban op verkiesbaarheid voor militairen opgeheven) stond hij in 2012 voor het eerst op een lijst: die van Groen voor de gemeenteraadsverkiezingen. Vorig jaar kende hij met de Brugpartij zijn tweede deelname aan een lokale verkiezing en nu gaat hij voor Groen voor het eerst federaal. Zijn 7de plaats is niet verkiesbaar, maar dat vindt hij niet erg.
“In vergelijking met Marc en Elhasbia ben ik nog héél groen achter mijn oren”, lacht Joke Sannen (37). Vorig jaar, met de Brugpartij, was haar eerste keer, maar dat bleek dus een springplank te zijn naar de Vlaamse lijst van Groen.
Joke: “Ik heb er toch over moeten nadenken hoor. Het werken in een partij boeit me enorm, maar het schrikt me ook af. De praktische beslommeringen van zo’n campagne kunnen erg veeleisend zijn. En ik werk 4/5, ik heb een gezin… De lokale campagne met de Brugpartij was ook al druk, maar dit is nog veel intenser. We hebben bijvoorbeeld een whatsapp-groep met 90 kandidaten. Zelfs als je niet op alle interessante of nuttige uitnodigen ingaat, is dat al superdruk. Op provinciaal niveau campagne voeren is iets totaal anders dan gemeentelijk. Je kunt daarin zeer ver gaan, en het is soms moeilijk af te lijnen. Bovendien ben ik altijd sterk betrokken. Op verkiezingsdag met de Brugpartij zat ik heel de dag te wiebelen op het puntje van mijn stoel, en nu zal er opnieuw veel spanning mee gemoeid zijn. Vandaar mijn twijfels. Maar ik heb toch ja gezegd en daar heb ik geen spijt van. De campagne is een rollercoaster, maar ik zit nog stevig in mijn karretje (lacht).”
Joke Sannen staat 24ste op de Vlaamse lijst van Groen. Ook dat is uiteraard geen verkiesbare plaats, maar dat neemt niet weg dat ze er vol voor wil gaan.
Elhasbia Zayou staat bij de opvolgers. Ze is met haar 31 jaar de jongste van de drie, maar toch degene met de meeste verkiezingservaring op de teller. Vorig jaar waren het haar derde lokale verkiezingen, in 2010 en 2014 stond ze op de federale lijst van de sp.a en nu voor het eerst op de Vlaamse. Ook zij moest eens even diep ademhalen.
Elhasbia: “Er had voor mij wat meer tijd mogen zitten tussen de lokale verkiezingen en deze. Ik had het gevoel dat het teveel van mij zou vergen en dacht eens een keertje te passen. Maar uiteindelijk is het toch weer beginnen kriebelen. Ach waarom niet, dacht ik, als ik er mijn partij mee kan steunen… Ik heb dit keer wel gevraagd om op de Vlaamse lijst te staan. De vorige keren werkte ik nog bij Vluchtelingenwerk Vlaanderen: asiel en migratie zijn nationale bevoegdheden. Nu werk ik bij Thomas More, en onderwijs is een Vlaamse bevoegdheid. Dat ik bij de opvolgers sta, is oké voor mij, maar omdat ik de vorige keer een goede persoonlijke score had (ze haalde 3575 voorkeurstemmen en in het kanton Mol was ze met 664 stuks zelfs de derde van de federale sp.a-lijst, nvdr.), heb ik daar ook een meer zichtbare plaats gevraagd. Op zich maakt dat niet uit, maar voor je kiezerspubliek is zoiets erg belangrijk. Als je een keer 9de en 8ste hebt gestaan, geef je een fout signaal als je ineens naar achteren verhuist. Maar ik kreeg de 3de plaats en daar ben ik blij mee.”
Er wordt geluisterd
Worden jullie, kandidaten van de tweede rij, ernstig genomen door jullie partijen? Houdt men rekening met jullie? Staan jullie in verbinding met de partijtop?
Joke: “Ik heb niet het gevoel het zoveelste wiel aan de wagen te zijn, als je dat bedoelt. Het ligt wel anders voor nieuwkomers dan voor ervaren mensen, denk ik. Die laatsten wegen sowieso zwaarder door, in elke organisatie. Maar bij Groen apprecieert men de input van nieuwkomers wel. Ik haal ook veel energie uit het gevoel dat ik niet alleen sta met mijn ideeën. Vroeger twijfelde ik wel eens: ben ik nu de enige die er zo over denkt? Niet dus! Ik blijk veel geestesgenoten te hebben, en van die samenhorigheid wordt een mens goed gezind!”
Elhasbia: “Bij ons wordt er ook geluisterd als wij iets zeggen. Ik kan kritisch zijn en wil mijn zeg doen, en bij ons is daar ruimte voor. Zo heb ik op ons congres mijn bedenkingen bij de lijstvorming geuit. Men was daar misschien niet zo blij mee, maar ik vond dat het gezegd moest worden. Al verwacht ik niet dat men daar ook altijd iets mee doet (lacht). Uiteindelijk is het netwerk dat je binnen je partij opbouwt het belangrijkste. Je moet weten wie je kunt aanspreken met een bepaalde boodschap. Je netwerk versterken is voor mij ook het plezantste van campagnevoeren. Ook met de Brugpartij voelde ik dat heel sterk. Nieuwe mensen leren kennen, ook van buiten je eigen partij of je eigen afdeling, da’s heel verrijkend. Bij mij is het overigens niet zo dat ik netwerk omdat ik de politiek zit. Ik rolde in de politiek omdat ik van nature uit een netwerker ben.”
Marc: “Over goede communicatielijnen beschikken, is inderdaad erg belangrijk. Aan mijn tijd in het provinciaal bestuur van Groen hou ik contacten over die nu nog nuttig zijn, met mandatarissen op elk niveau. Dat werkt, om dossiers aan te kaarten. Een garantie op succes is het niet, maar als die dossiers dan op tafel komen bij de provincie of het Vlaams gewest, kennen die mensen ze wel.”
Waar liggen jullie persoonlijke klemtonen? Op welke domeinen zouden jullie het verschil willen maken?
Joke: “Voor mij zijn mobiliteit en onderwijs de thema’s die me het nauwst aan het hart liggen. Maar dat klopt van jongs af ook voor jongeren, vooral zij die met oneerlijkheid en ongelijkheid te maken krijgen. Oók in het onderwijs, en niet alleen als leerling. Op jonge leerkrachten wordt het meeste druk gelegd, terwijl zij het minste kans maken op een vaste job. Op termijn wordt dat ons onderwijs fataal: we moeten de gemotiveerde mensen aan boord houden, in plaats van hen af te stoten. Leerkracht zijn, is een zware job geworden. Een klas is tegenwoordig één brok diversiteit, met een groeiend aantal leerlingen die om een of andere reden een bijzondere aanpak vragen. Maar daar staat niets tegenover voor de leerkracht. Hilde Crevits was niet de slechtste onderwijsminister van de voorbije decennia, maar ze heeft net zoals alle ministers iets op haar naam willen schrijven en verandering willen brengen. Volgens mij zou het niet slecht zijn als de politiek de onderwijsaanpak eens op de langere termijn zag, en er ook wat langer aan wou werken.”
Elhasbia: “Voor mij zijn onderwijs en zorg de insteken. Of zorg in het onderwijs! Gelijke kansen, iedereen meenemen… Op vele scholen wordt er te weinig ingezet op contextbegeleiding. Nadelige ontwikkelingen die onze samenleving nu kenmerken – bijvoorbeeld de groeiende armoede of het stijgend aantal aandachts- en leerstoornissen – krijgen onvoldoende aandacht in ons onderwijs. Daardoor krijg je een groeiend aantal ‘jongeren met een rugzak’, zoals men dat zegt. Terwijl de wachtlijsten in de geestelijke gezondheid schrijnend lang zijn. Meer en betere begeleiding van die jongeren, zonder in hokjesdenken en met aandacht voor de specifieke noden van het individu, vind ik essentieel voor ons onderwijs van de toekomst.”
Marc: “Mijn interesse is nogal breed, al ligt het sociale luik mij iets minder. Ik hou me bezig met milieu, mobiliteit, dierenwelzijn, natuurgebieden…. Er zijn ook dossiers waar die allemaal samenkomen: die mega-varkensstal in de Fransebaan, bijvoorbeeld. Daar heb ik me dan ook intens mee bezig gehouden. Hopelijk levert het iets op. Binnen de Brugpartij valt het op hoe complementair de ideologie en de idealen van Groen en de sp.a zijn – om van Beweging.net nog te zwijgen. Daar zouden onze nationale kopstukken eigenlijk een boodschap aan moeten hebben. Op die domeinen zouden ze naar partnerships moeten streven voor een nieuw en beter beleid.”
Elhasbia: “Dat vind ik ook. We mogen niet de fout begaan om te gaan zoeken hoe we op die domeinen beter kunnen scoren en mekaar de loef af kunnen steken. We zouden onze ideeën moeten samenleggen. Dan geraken we zeker verder dan vandaag! Dat klinkt misschien idealistisch, maar ik geloof erin.”
Er samen goed uitkomen
Het is het idee achter de Brugpartij. Vorig jaar stonden jullie schouder aan schouder op die lijst, maar toch: nu zijn jullie eigenlijk concurrenten…
Elhasbia: “Nee, zo zie ik dat niet. Ik wil uiteraard dat de sp.a zo goed mogelijk scoort, maar ik duim vooral voor een goed resultaat van links. In de Brugpartij groeide tussen rood en groen een bijzondere band, dus ik hoop dat rood én groen het allebei goed gaan doen. Een nieuwe ruk naar rechts kunnen we missen als de pest. Ik vrees dat extreem rechts weer zal oprukken. Een links tegengewicht, van wie het dan ook komt, is een bittere noodzaak. Ik denk over Groen niet in wij-zijtermen hoor. Ik was gisteren aan ’t plakken in Larum. Daar hing een affiche van iemand van Groen los. Ik heb ze met plezier weer bijgelijmd.”
Toch begint de sp.a aan deze verkiezingen als de underdog. Als er één partij is van wie nu eens niemand vooruitgang verwacht, dan zijn het de socialisten. Lig je daar wakker van, Elhasbia?
Elhasbia: “Ik zou liegen als ik zei dat ik dat niet erg vind. Natuurlijk trek ik mij dan aan! We beleven geen hoogdagen met de sp.a, dat is nu eenmaal zo. Maar ik blijf hopen. Dat we straks in een linkse regering kunnen stappen bijvoorbeeld, waar ook Groen deel van uitmaakt. En als wij dan toch niet de winnaars van deze verkiezingen zijn, dan duim ik er véél liever voor dat Groen dat wordt, dan eender welke rechtse partij.”
Marc: “Ik vind de opdeling tussen winnaars en verliezers niet relevant. Elhasbia, Joke en ik moeten er nu gewoon voor zorgen dat we hier alle drie zo goed mogelijk uitkomen. Hoe meer we halen, hoe liever – zowel Groen als de sp.a!”
Zijn peilingen en prognoses voor jullie belangrijk? Hebben jullie jezelf bepaalde doelstellingen gesteld?
Elhasbia: “Met peilingen en prognoses heb ik me nooit veel beziggehouden, eerlijk gezegd. Ik hoop op een goede score voor mijn partij en daar ga ik zelf ook voor, maar uiteindelijk ligt het in de handen van de kiezers, hé. Daar vooraf je kop over breken, heeft weinig zin.”
Marc: “Wij zitten goed in de peilingen en prognoses, en dat is toch wel belangrijk. Bij ons zorgt dat eigenlijk voor nog meer dynamiek.”
Elhasbia: “Op dát vlak zijn die dingen belangrijk, ook bij ons. Maar het werkt dan omgekeerd. Slechte peilingen? Komaan mannen, er vol tegenaan!”
Jullie hangen samen met enkele plaatselijke ‘big shots’ op de borden. Zijn jullie niet onder de indruk van de zelfverklaarde powergrieten, de grijnzende Vera’s en de andere parlementaire ‘hotshots’ van ons Kempisch wereldje?
Elhasbia: “Ikke niet. Dat zijn mensen met een druk sociaal leven, maar dat heb ik ook. En we kennen mekaar, toch zeker de Geelse kandidaten… We weten hoe ze zijn, wat hun grote en hun kleine kantjes zijn. Ik zou niet weten waarom ik daarvan onder de indruk moet zijn.”
Joke: “Sommige beroepspolitici kunnen overdonderend overkomen, maar je leert daar door kijken. Er zijn er die 500 woorden kunnen uitkramen zonder iets te zeggen. De grootste roeper is niet automatisch de beste politicus. Ook degene met de meeste affiches is dat niet. Met alle respect, maar Vera Celis is uiteindelijk ook ‘maar’ een leerkracht, hé. Ik ben dat ook.”
Marc: “Ik ben ook niet kapot van die mensen. Al besef ik dat ik anders in mekaar zit. Ik ben niet zo geschikt om als ‘publieke figuur’ te dienen. Ik interesseer mij in andere mensen, ik heb heel wat engagementen en maak deel uit van een aantal verenigingen, maar ik verlies mezelf daar niet in. Overal naartoe gaan, mosselsoupers, quizzen, kaartavonden…, overal mijn gezicht laten zien, tegen iedereen lachen en zeggen hoe fantastisch ze wel zijn, dat zit niet in mij. In die beroepspolitici wel. Soms vind ik dat wel frustrerend hoor. Maar ik ben wie ik ben, en ik hou hen niet tegen.”
En dan is het ramadan!
Het is een open deur intrappen, maar toch: wat wensen jullie op 26 mei voor jezelf?
Marc: “Een goede persoonlijke score vind ik wel belangrijk. Bij de lokale verkiezingen van 2012 kreeg ik 59 voorkeurstemmen. In oktober 2018 waren het er ‘maar’ 199 – ik vond dat niet genoeg. Nu hoop ik eerlijk gezegd toch minstens op 200 stemmen (lacht). ’t Is raar, maar eens je in zo’n verkiezingsdynamiek zit, wil je zoveel mogelijk bijdragen aan je lijst.”
Joke: “Ik had er in oktober net geen 400 en hoop nu minstens even goed te doen. Ik denk dat dat haalbaar is, maar heb er geen flauw idee van in welke mate er buiten Geel op mij gestemd zal worden. Daar ben ik heel benieuwd naar.”
Elhasbia: “Met mijn score van de vorige Vlaamse verkiezingen ligt de lat om beter te doen voor mij hoog. Het is al zo lang geleden en ondertussen is er zoveel gebeurd. Het risico zit er altijd in dat ik er niet over geraakt. Maar ik lig daar niet wakker van. Of liever: nóg niet. (lacht) Ik hoop op een goede persoonlijke score, maar ik zal vooral blij zijn als mijn partij ondanks de povere verwachtingen goed uit de hoek komt. Mijn eerste hoop is nochtans: er gezond doorkomen. Dit is mijn eerste campagne tijdens een ramadan (die begon van 5 op 6 mei, nvdr.) en dat maakt het extra belastend. Overdag eet en drink je niets, je wil op een vastgesteld uur ’s avonds thuis aan tafel zitten…. Op zich moet het allemaal kunnen, maar het zal opofferingen vragen. ’s Avonds ergens naartoe gaan en daarna nog iets gaan drinken, is er voor mij vandaag minder bij.”
En wat wensen jullie mekaar?
Elhasbia: “Héél veel succes. Echt gemeend!”
Joke: “Volledig wederzijds.”
Marc: “En dat we na de verkiezingen mekaar vinden op Vlaams én federaal niveau. En zelfs in Europa! Als je rechts de wind uit de zeilen wil nemen, moet je op het migratiethema werken. Dat speelt zich in eerste instantie op Europees niveau af. Ook daar moeten we een progressief, links front vormen.”
Elhasbia: “Eigenlijk zouden onze partijen bovenlokaal het voorbeeld van de Brugpartij moeten volgen. Zo’n samenwerking zou ook op andere niveaus bijzonder nuttig zijn.”
Joke: “Natuurlijk voeren wij als Geelse kandidaten onafhankelijk van mekaar campagne. Tot aan de verkiezingen is het ieder voor zich. Maar het is duidelijk dat er via de Brugpartij tussen ons een vorm van solidariteit is gegroeid. En da’s ook wel mooi, vind ik.”
Ge moogt gerust zijn! Dapper voorwaarts, jullie. En afspraak in het hokje, op 26 mei! (dk)