GRUP Kleine Nete: een standpunt
Het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de Vallei van de Kleine Nete en Aa van Kasterlee tot Grobbendonk
Op de gemeenteraad van 19 april 2023 stond het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan voor de Vallei van de Kleine Nete en Aa (van Kasterlee tot Grobbendonk) op de agenda. Een plan dat al een tijdje meegaat, maar nu in een eindfase is gekomen. De Brugpartij kwam tijdens die zitting uitvoerig tussen en tekende ook officieel bezwaar aan tegen het plan. We beperkten onze opmerkingen enkel tot het stuk op grondgebied Geel: deel 6 – de rechte Kleine Nete en deel 7 – het Zeggegebied.
We bekeken eerst het geheel. We merkten dat er niet enkel in het stuk hier in Geel merkwaardige zaken zijn gewijzigd, maar dat ook in de andere delen de opstellers op sommige plaatsen “bijzonder creatief” tewerk zijn gegaan, en dan drukken we ons zeer beleefd uit.
We kunnen ons niet van de indruk ontdoen er druk is onderhandeld én gecompenseerd. Op de infovergadering kregen we te horen dat het een lang proces was en zeker geen simpele oefening, maar dat “ten volle rekening is gehouden met de huidige invulling en de opmerkingen gemaakt door de gemeenten op het voorstel van 2019”.
Hier in Geel valt op dat de ontwerpers hun pen plots lieten uitschuiven en dat bijvoorbeeld de Marinekadetten, die zich een paar jaar geleden tegen alle regels in zich vestigden in een oude loods aan sas 9, hun toestand via het nieuwe GRUP kunnen regulariseren. Ook elders was het de kritische kijker al opgevallen dat er nogal wat aan vriendjespolitiek werd gedaan – zie ons kaderstukje over Herentals.
Zoek de zeven verschillen
Waren we in 2019 nog eerder positief over het GRUP, dan hebben we daar nu toch wel wat problemen mee. De zone ten noorden van de Zegge maakte oorspronkelijk integraal deel uit van het voorontwerp van het GRUP. Dat men sprak over natuurherstel in plaats van de oude plaat over natuurbehoud nog eens af te spelen, gaf aan dat we naar de goede kant aan het evolueren waren. Maar helaas, alhoewel we ons engageerden om vanaf nu op termijn de juiste dingen te gaan doen, is dit GRUP een stap terug.
Waar kunnen we op terugvallen?
- Met de aanwijzing van de Zegge tot vogelrichtlijngebied en habitatrichtlijngebied zijn de Belgische regering en de Vlaamse overheid verplichtingen met de EU aangegaan om dit gebied in ‘een gunstige staat van instandhouding’ te brengen tegen uiterlijk 2050.
- Het Geelse beleidsplan ruimte is een degelijk instrument dat de juiste richting aanduidt.
- Onze burgemeester tekende het Charter ‘De Kleine Nete weer drinkbaar in 2050’, samen met verschillende burgemeesters uit de vallei van Kleine Nete, de gouverneur, een bestendig afgevaardigde en de VMM.
- Europa staat klaar met de Blue Deal en een goed doordacht klimaatplan.
- Geel stapte mee in het Burgemeestersconvenant 2030. Dat mag wat ambitieuzer zijn en de rapportering loopt nog mank, maar we zitten daar toch op dezelfde duurzame lijn.
- Het Burgemeestersconvenant voor 2050 staat al klaar.
We hebben dus een duidelijk kader waartegen we het plan kunnen houden.
Het Grup wacht niet op de studie, de studie wacht op het GRUP
Ofwel loopt het water vanaf nu bergop, ofwel liggen de resultaten van de in de maak zijnde ecohydrologische studie in lijn met de conclusies van de al wat oudere studie over de waterhuishouding van Zegge. Wij vermoeden dat er een aantal partijen al – vergeef ons de woordkeuze – nattigheid voelden en zwaar hebben gewogen op de planopmaak van dit GRUP.
- Dat de combinatie Zegge-landbouw moeilijk ligt, is duidelijk. Maar het GRUP schuift de hete aardappel door. Om het gebied ten noorden van de Roerdompstraat in te vullen, wacht men de resultaten van de ecohydrologische studie af. De oplevering van die studie laat al een tijdje op zich wachten en zou deze zomer voorzien zijn. (Op de zitting van 19 april sprak de schepen al van november…)
- Een citaat uit de toelichtingsnota:
“Bestaande toestand – Tot het midden van de 20ste eeuw was de brede vallei van de Kleine Nete hier een moerassig laagveengebied (Geels Gebroekt) met beemden en turfwinningen. Rond 1958 werd het in het kader van de ruilverkaveling omgezet naar productieve graslanden en werd daarvoor het waterpeil verlaagd werd de Kleine Nete rechtgetrokken, uitgediept en ingedijkt werd. Op deze in cultuur gebracht grond werd een veertiental modelhoeven gebouwd. Deze landbouwontginning heeft een onomkeerbare verstoring van de waterhuishouding in het laagveengebied veroorzaakt. Door de ontwatering van veengebieden voor landbouwkundig gebruik wordt de grondwaterstand onder het maaiveld gehouden (drooglegging). Het drooggelegde veen oxideert en leidt tot emissie van CO2, bodemdaling, droogte, verzilting en druk op de biodiversiteit.
Planvoorstel – Gezien er sterke indicaties zijn dat de bemalingen in het landbouwgebied een negatieve invloed hebben op de grondwaterstanden in de aangrenzende Natura 2000‐gebieden zullen er naar alle waarschijnlijkheid maatregelen nodig zijn om te vermijden dat de wijzigingen in de natuurlijke grondwaterstanden in de landbouwpolder een aantasting van de soorten en habitats van de aangrenzende speciale beschermingszones kunnen veroorzaken en om te vermijden dat de onderliggende veenpakketten verder verdrogen. In het voorontwerp RUP was om die reden voorgesteld om het agrarisch gebied langs de Kleine Nete te differentiëren met een specifieke overdruk die randvoorwaarden zou opleggen aan de waterhuishouding in het gebied.
Uit het plan‐MER blijkt dat er momenteel onvoldoende kennis is van het ecohydrologisch systeem in dit deel van de vallei om te bepalen welke maatregelen en grondwaterstanden precies nodig zijn om de instandhouding van de soorten en habitats van de Natura 2000‐gebieden te garanderen, zodat op dit ogenblik niet bepaald kan worden wat de meest aangewezen bestemming voor dit gebied is en binnen welke randvoorwaarden agarische activiteiten in het gebied mogelijk blijven. Dat vraagt verder ecohydrologisch onderzoek met onder meer grondwatermodeleringen in verschillende scenario’s. Dat onderzoek is naar aanleiding van dit planningproces opgestart in 2021 maar nog niet afgerond, zodat er over de landbouwgebieden langs de Kleine Nete in dit planningsproces nog geen uitspraak gedaan kan worden. Om die reden wordt het planvoorstel voor dit deelgebied beperkt tot het reeds vergunde en deels uitgevoerde actief overstromingsgebied langs de Kleine Nete (AOG De Zegge). Dat actief overstromingsgebied wordt gerealiseerd door een beperkte dijkverplaatsing in het landbouwgebied.”
- Nu bepalingen voor deelgebied 6 vastleggen in een GRUP maakt het realiseren van oplossingen conform de resultaten van de nieuwe Hydro ecologische studie quasi onmogelijk op korte termijn. Iedereen weet dat er de eerste jaren geen beweging zal komen als het huidige voorstel in een GRUP is verankerd.
- Je kan niet voorbij aan het feit dat zone 6 gevat door dit plan geen zone meer is – zoals in het ontwerp van 2019 – maar enkel een streep: De Kleine Nete. (Rechts onderaan ziet u het voorstel in 2019, de twee andere kaartjes geven het voorstel van vandaag)
- In het kader van de Vlaamse veerkracht onder de hoed van de Europese Blue Deal kiest Vlaanderen voor vertraagde waterafvoer en kondigt fier “Structuurherstel Kleine Nete” Als de argumentatie van deze meandering klopt, is de Nete-bedding van 1958 vastleggen in een GRUP om problemen vragen. Deze foute keuze uit 1958 mag men niet voor de volgende jaren bestendigen. We dringen erop aan om te wachten op de resultaten van de studie om dan de juiste maatregelen te nemen en deze te verankeren in een nieuw GRUP. De keuze om de Kleine Nete recht te trekken als onderdeel van de ruilverkaveling vloekt in alles met wat we vandaag weten en vormgeven. Het behoud van een rechtgetrokken Kleine Nete is dan ook niet verdedigbaar. Ook zonder de resultaten te kennen van de lang aangekondigde ecohydrologische studie kan men nu al stellen dat de gevolgen van deze ingreep de toekomst de Zegge hypothekeren.
- Dat langs beide oevers slechts 5 meter overstromingsgebied voorzien is (Natuurpunt vroeg 50 m!), is ook onbegrijpelijk. Landschappelijk is het ophogen van de winterdijken en het rooien van de bomenrijen een ramp.
- Terwijl men overal de structuurvariatie van de waterlopen, het herstel van de rivierdynamiek en de relatie rivier-vallei in eer herstelt, gebeurt hier precies het tegenovergestelde. Door deze werken is het verband tussen de Kleine Nete en haar vallei over heel de lengte afgesneden. Door de vallei af te snijden van de waterloop kunnen er bijkomende gevolgen komen voor het Zeggegebied, terwijl we allemaal weten dat de Zegge ook het water van de Kleine Nete nodig
- In de Ecohydrologische inschatting van de UA over de Zegge van het jaar 2019 lezen we:
“De belangrijkste reden voor de geconstateerde achteruitgang in De Zegge zijn hydrologische ingrepen buiten het reservaat. Met name de sterk verlaagde waterstanden in de onderbemalen landbouwpolder tussen De Zegge en de Nete hebben een sterk negatieve invloed op het reservaat. Daarnaast dragen ook het grote aantal rondwateronttrekkingen in de nabijheid in aanzienlijke mate bij aan de gestage achteruitgang van het reservaat”
“Samenvattend wordt geconcludeerd dat het bereiken van de vereiste gunstige staat van instandhouding voor de in De Zegge aanwezige habitattypen slechts duurzaam mogelijk is door het nemen van externe hydrologische maatregelen die ervoor zorgen dat het hydrologisch systeem weer zo gaat functioneren dat er voldoende basenrijk en nutriëntenarm grondwater aan maaiveld komt.”
Zoals de dijken nu zijn voorzien, maakt men de vernatting veel moeilijker tot onmogelijk. Door niet te wachten op de ecohydrologische studie, waarvan de resultaten (met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid) de huidige vorm van landbouw in dat gebied zullen uitsluiten, en door deze voor de Zegge ongunstige situatie in een GRUP te verankeren, zorgt men voor een jarenlange bedreiging van het Zeggegebied.
- Door de oevers uit het GRUP te halen en de huidige landbouw nog jarenlang carte blanche te geven in het gebied, gaat men in tegen het charter om tegen 2050 een drinkbare kleine Nete te bekomen. Daar gaat men namelijk het engagement aan om geen stappen te ondernemen die de doelstelling zouden bezwaren.
- Het onttrekken van de oevers uit het GRUP maakt dat het engagement dat de Belgische regering en de Vlaamse overheid zijn aangegaan om dit gebied uiterlijk in 2050 als vogel-richtlijngebied en habitatrichtlijngebied in een gunstige staat van instandhouding te brengen een onmogelijke opdracht.
Het is of het is niet
Shakespeare citeren als het over de Zegge gaat? Spijtig genoeg past dat hier perfect, of men meent het met de bescherming van de Zegge, of men vindt dit niet belangrijk. Terwijl er consensus groeit over de noodzaak om het weinige dat nog rest aan echte natuurgebieden te behouden, stelt men hier de juiste oplossing weer uit. In de toelichtingsnota staat de urgentie van de situatie nochtans perfect beschreven:
Naar aanleiding van de inspraakreacties over de problematiek van het in stand houden van De Zegge, werd advies gevraagd aan het Instituut voor Natuur‐ en Bosonderzoek (INBO)12. Volgens dit advies van het INBO dd. 3 april 2020 zijn de problemen voor de duurzame instandhouding van De Zegge en Mosselgoren sterk gelijklopend. Ze zijn ook veelvuldig en ernstig. Echt remediëren is moeilijk en zal grootschalige maatregelen, gecombineerd met volgehouden herstelbeheer, en veel tijd vergen. De belangrijkste negatieve effecten die duurzame instandhouding van beide gebieden in de weg staan, hebben te maken met hydrologie. Om het gebied duurzaam in stand houden en degelijk te beheren, moet prioriteit gegeven worden aan hydrologisch herstel binnen een welbepaalde perimeter rond deze natuurgebieden. Immers, als de hydrologie binnen de te bewaren natuurgebieden optimaal moet hersteld worden, betekent dit merkbare effecten buiten de grenzen van de natuurgebieden in kwestie, effecten die langzaam afnemen met de afstand tot die natuurgebieden.
Het is echter onbegrijpelijk dat er voor uitstel gekozen wordt.
In 2020 werd een Ecohydrologische studie opgestart om de werking van het grondwatersysteem verder in beeld te brengen en na te gaan welke maatregelen in de toekomst nodig zullen zijn om tot een gunstige staat van instandhouding te komen. Mogelijke maatregel is het herstellen van de hogere grondwaterstanden aan de noordkant van de Zegge, met name in de vallei van de Kleine Nete ten noorden van de Roerdompstraat. Dat gebied kent momenteel naar grondwater een ‘polderregime’. Daarmee wordt bedoeld dat de grote hoeveelheden grondwater die hier van nature aan de oppervlakte komen, permanent worden weggepompt naar de Kleine Nete stroomafwaarts in de vallei, ter hoogte van Bobbejaanland.
Gelet op het nog lopend onderzoek kan in voorliggend plan nog géén uitspraak gedaan worden over de meest aangewezen bestemming of de randvoorwaarden die aan het landgebruik gesteld zouden moeten worden in de landbouwpolder. Om die reden wordt de landbouwpolder niet opgenomen in het planvoorstel.
We vroegen een paar jaar geleden een Zeggeconferentie om samen met alle betrokkenen stappen in de goede richting te zetten. Met dit GRUP staan we stil en wachten we op een foto waarvan iedereen weet wat er gaat opstaan. Dirk Kennis eindigde zijn interpellatie op de gemeenteraad met deze oproep
- Roep die conferentie bijeen en zet alle betrokkenen aan tafel, laat de urgentie doordringen en maak een actieplan. Laat de resultaten van de Ecohydrologische studie op tafel leggen. De polarisatie natuur – landbouw wordt alleen maar aangewakkerd door noodzakelijke beslissingen uit te stellen. Doorbreek die ogenschijnlijke tegenstelling en maak samen een totaal plan op voor heel het Zeggegebied en de vallei van de Kleine Nete. De stad kan laten zien dat ze het meent en al beginnen werken aan de waterkwaliteit van de Larumse loop.
- Als het huidige GRUP niet is tegen te houden, haal dan deel 6 en 7 eruit en maak een RUP nadat de resultaten van de Ecohydrologische studie in een plan zijn gegoten.
We begrijpen dat procedure is wat ze is, maar zeker in dossiers als deze, waar de beslissing een veel ruimere impact heeft dan enkel op de omwonenden of aangelande bedrijven, moeten we eens uitzoeken hoe we de burgers beter kunnen betrekken. De boerenvereniging, de Minaraad en Gecoro geven wel advies, maar enkel als de burgers echt betrokken zijn bij het beleid op lange termijn zullen ze dat beleid begrijpen en ondersteunen en voor zichzelf de juiste keuzes maken en er ambassadeurs van worden.