Een gecamoufleerde dubbele misstap?

Een gecamoufleerde dubbele misstap?

Op 2 juni jl. keurde het schepencollege de uitbreiding goed van de milieuvergunning van de nv Seyen in de Kastermanstraat, n.a.v. een gewijzigde indelingslijst. Een louter administratieve aanpassing, aldus het dossier. In dezelfde zitting legde het college hetzelfde bedrijf echter bijkomende voorwaarden op waaraan het zich bij de exploitatie moet houden. Seyen kreeg in 2016 van de provincie in beroep een regularisering van de zonder vergunning aangebrachte verharding en bassins, omdat die het bedrijf als hoofdzakelijk lokaal verankerd zag. De stad Geel had toen een negatief advies uitgebracht, nadat het departement Landbouw en Visserij zich niet akkoord had verklaard met grote, permanente mestopslagvelden (7.000m2) in herbevestigd agrarisch gebied.

Inmiddels blijkt de lokale verankering van het bedrijf – oorspronkelijk een loonwerker, nu in feite een mesttransporteur die via aandeelhouderschap sterk gelieerd is met het naburige Agrogas – sterk te zijn afgenomen. De transporten hebben steeds meer een bovenlokaal karakter. Daardoor dreigt dit bedrijf niet langer als een para-agrarisch bedrijf aanzien te kunnen worden, wat problemen stelt met zijn locatie. De stad wil via enkele nieuwe voorwaarden de activiteiten van het bedrijf in overeenstemming brengen met de draagkracht van de omgeving.

In het dossier wordt verwezen naar het ongunstige advies van 2015, als gekoppeld besluit. Onder ‘historiek’ vinden we nog wat andere voorgeschiedenis, maar een aantal essentiële stappen in het dossier wordt niet vermeld. Eén daarvan is een misstap te noemen: op 14 april werd de aanvraag goedgekeurd, maar dat had niet gemogen. Omwille van zijn betrokkenheid in het dossier had een schepen de zitting moeten verlaten wegens een belangenconflict, wat hij vergeten was.

Op 20 april constateert het schepencollege deze fout. Het voert het dossier gewoon af van de agenda van het college van 14 april en aanziet de vergunning daarmee als ingetrokken. Na herhaalde verdagingen (op 27/4, 30/4, 7/5 en 11/5) wordt de aanvraag uiteindelijk op 2 juni goedgekeurd. Ondertussen is echter na een juridisch advies van de IOK gebleken dat de afvoering van 20 april niet rechtsgeldig is gebeurd. Men kan zo’n beslissing niet zomaar onder mat vegen. Daarom neemt heeft het schepencollege op 7 mei (in afwezigheid van de betrokken schepen) een officieel en met redenen omkleed intrekkingsbesluit genomen.

Onze vragen:

  • Waarom maken de vergunning en de bijzondere voorwaarden het voorwerp van twee aparte beslissingen uit? Ware het niet duidelijker geweest de voorwaarden aan de vergunning te koppelen?
  • Van de misstap is geen enkel spoor in het vergunningsdossier te vinden, noch bij de gekoppelde besluiten, noch bij de historiek. Toch is het van belang te weten dat er in dit dossier al een gelijkaardige, maar onwettige beslissing was genomen. Zal deze vormfout niet tot vernietiging leiden?
  • De door de provincie verleende uitbatingsvergunning voor Seyen is geldig tot 2036. Inmiddels is gebleken dat het negatieve advies van de stad in 2015 niet onterecht is geweest. Seyen is nu zeker geen lokaal verankerd landbouwbedrijf meer. Verlengt deze beslissing de vergunde termijn?
  • De opgelegde transportroutes worden duidelijk niet gevolgd. We hebben ernstige vragen op de controle en de naleving van de routes die in de bijkomende voorwaarden worden opgelegd. Kunnen de mobiele camera’s, die al met succes werden toegepast bij sluikstorten, hier worden ingezet om overtredingen te monitoren?
  • Komen de gegevens van de mestdatabank overeen met de transporten die het bedrijf opgeeft? Kan er inzage van deze data worden gegeven?