Carine Bens
Kandidaat
Dat Carine Bens (58) zéér Geels is, is wel het minste wat je kan zeggen. Haar bakermat ligt in Stelen, ze woonde vele jaren in Winkelomheide, maar is vandaag helemaal thuis in Sint-Dimpna. Deze telg uit een aloud Geels boerengeslacht werd moeder van twee (inmiddels volwassen) kinderen en legde zelf een hele weg af.
Van opleiding is ze leerkracht: regentes, zoals dat toen heette. Hoewel ze heel wat jaren in de bibliotheek heeft gewerkt, herinneren de meeste Gelenaars van na 1980 haar als hun bevlogen leerkracht Plastische Opvoeding in het Sint-Maria- en het Sint-Aloysiusinstituut. Ze gaf aan vele generaties Geelse jongeren les, en ze deed dat met hart en ziel. Dat is de uitdrukking die haar persoonlijkheid helemaal kenmerkt. Met haar aangeboren vriendelijkheid en haar aanstekelijk enthousiasme is Carine het prototype van de figuur die mensen verbindt, zéker op de dansvloer!
Carine blijft trouw aan de traditionele waarden die ze met de paplepel binnenkreeg, maar bouwde daar een moderne verdieping bovenop. Sociaal zijn, met veel aandacht voor wie het moeilijk heeft, is voor haar een regel. En ecologisch leven, met veel aandacht voor het milieu, daar is ze van doordrenkt. Ze leeft daar persoonlijk zoveel mogelijk naar en brengt het ook in de praktijk, o.a. als lokaal steunpunt voor Lets Zandland. Daarnaast is ze ook actief binnen La Verna Geel.
Carine gaat een uitdaging niet uit de weg. Buiten zwemmen doet ze bijvoorbeeld het liefst als het écht koud is. Ook de stap naar de politiek was voor haar uitdagend, maar ze zet hem met overtuiging. “De politiek is zijn menselijk gelaat aan het verliezen”, zegt ze. “Ook in Geel rukt de verrechtsing op. Dat wil ik mee helpen voorkomen, zodat Geel zijn titel van Barmhartige Stede blijft waarmaken. Als niemand zijn nek uitsteekt om daar voor op te komen, gaan we verder de foute kant op. Ik wil mee helpen bouwen aan de brug tussen de Gelenaars en een duurzaam en sociaal beleid.
Daarnaast wil ik als echte fietser ook gaan voor een beter fietsbeleid. Geel heeft op dat vlak nog een grote groeimarge. Desondanks blijft de fiets voor mij vervoermiddel nummer één.
Tot ergens onderweg!”