Geel zorgzame stad

Home / Geel zorgzame stad

Geel, een zorgzame stad

De manier waarop het huidige stadsbestuur naar zijn sociaal beleid kijkt, is samen te vatten als: ‘We doen meer dan we strikt genomen zouden moeten doen, dus wat is het probleem?’ Wel, dát is het probleem! De Brugpartij gaat voor een sociaal beleid dat niet vertrekt van wettelijke minima, maar van menselijke behoeften. We vullen zoveel mogelijk gaten in de kaas op. Bijzondere aandacht gaat daarbij naar de situatie van een groeiende groep: de singles.

  1. 1. Dienstverlening
  • Er komt een gemengd afsprakensysteem voor het stadhuis, waarbij men op bepaalde tijdstippen ook zonder afspraak terecht kan.
  • Decentraliseren van bepaalde (sociale) dienstverlening in de dorpen moet een realiteit worden. Activiteiten die nu enkel in het dienstencentrum Luysterbos plaatsvinden, kan men ook één of enkele keren per week/maand in elk dorp organiseren.
  • Het afsprakensysteem van de politie willen we opnieuw bekijken en vermenselijken.
  • De communicatiedienst zal een strategie uitwerken (en opvolgen), specifiek gericht op de dienstverlening. Documenten van de lokale overheid worden gescreend op klare taal. Signalisatie en bewegwijzering worden waar nodig verbeterd en aangepast.
  • Het klachtensysteem zal op verbeteringen voor de burger gericht worden en niet op abstracte procedures voor de ambtenarij.
  • De extralegale verloning van het stadspersoneel (o.a. maaltijdcheques) moet op een aanvaardbaar niveau worden gebracht. Geel mag op dat vlak niet langer de slechtste leerling in de Kempische klas zijn. In overleg met de Algemeen Directeur en het managementteam wordt een modern en performant HR-beleid uitgetekend, met aandacht voor een betere communicatie in de hiërarchische lijn (top-bottom én bottom-top), voor doorgroeimogelijkheden en loopbaanplannen en voor een korter op de bal spelen bij dysfuncties.
  1. Vrijwilligersbeleid
  • Er komt een digitaal vrijwilligersloket: een aanspreekpunt waar aanbieders en vrijwilligers gebruik kunnen van maken en waar alle informatie over vacatures voor vrijwilligers op terug te vinden is.
  • Ook de adviesraden van de cultuur- en vrijetijdssector zullen worden opgewaardeerd om hun verrijkende rol voor het lokaal beleid beter te kunnen spreken. Hierbij wordt niet louter op advies, maar ook op participatie en inspraak gemikt.
  • Het stadsbestuur zorgt voor eigentijdse, betaalbare en leefbare vergader-, ontmoetings- en feestfaciliteiten in de dorpen. Deze ruimtes zijn liefst multifunctioneel en ook bruikbaar voor een divers publiek.
  1. Kansarmoede en basisrechten
  • Het budget voor aanvullende steun zal worden opgetrokken. Daarnaast zal de haalbaarheid onderzocht worden van een algemene maandelijkse aanvullende toelage, waarbij het gezinsinkomen wordt vergeleken met het niveau van de budgetstandaard (het wetenschappelijk berekende bedrag dat een gezin nodig heeft om op een minimaal aanvaardbare manier te kunnen participeren aan de samenleving) en het verschil systematisch wordt bijgepast.
  • Vanuit het Sociaal Huis wordt systematisch gecheckt of een cliënt in aanmerking komt voor leefloon, aanvullende steun en/of eventuele andere lokale kortingssystemen.
  • De toegang tot rechten zo eenvoudig mogelijk maken is een belangrijke hefboom in de strijd tegen armoede. Wij zullen dan ook de procedures voor de aanvraag van steunmaatregelen vereenvoudigen, de bewijslast verder verminderen en rechten zoveel mogelijk automatiseren. Welke documenten zijn echt noodzakelijk en welke documenten kan een dienstverlener zelf opvragen? Over welke gegevens beschikken we al, en welke kunnen we inzetten in functie van automatisering van rechten? We bekijken dit ruimer dan enkel bij het toekennen van een leefloon. We focussen op verkorte procedures door betere samenwerking tussen de betrokken diensten (vakbonden en mutualiteiten maar ook de eigen interne diensten en het OCMW).
  • Al te vaak worden cruciale rechten zoals energiepremies, sociale tarieven voor appartementsbewoners, de verhoogde kinderbijslag, verhoogde tegemoetkoming, … in de dienstverlening onvoldoende nagekeken en dus ook niet uitgeoefend. We willen bij mensen die in een hulpverleningstraject zitten of die hulp komen vragen aan het Welzijnsonthaal, bij aanvang van het traject nog sterker in te zetten op rechtenverkenning.
  • Ook mensen die niet in een hulpverleningstraject zitten, niet weten waar ze recht op hebben en hier dus ook geen stappen in ondernemen, moeten hun rechten kunnen uitoefenen. We willen de vindplaatsgerichte aanpak van brugfiguren verder uitrollen en bijsturen waar nodig. Het middenveld speelt hierin een belangrijke rol.
  • Maatschappelijk werkers beschikken over heel wat informatie over financiële steunmaatregelen, die de hulpvrager niet heeft. We horen vaak dat mensen achter die steun moeten vragen om er een beroep op te doen. Hierdoor bestaat het risico dat enkel mensen die goed op de hoogte zijn, aanspraak maken op de beschikbare steun. De individuele kennis over steunmaatregelen zou de mate van dienstverlening niet mogen bepalen. We zijn dan ook vragende partij om transparantie te bieden over de steunmaatregelen naar de hulpvrager toe, om vervolgens in samenspraak te onderzoeken wat de beste oplossing is en de gepaste steunmaatregelen ter beschikking te stellen.
  • We juichen de implementatie van de REMI-tool toe. Hiermee zet het OCMW een belangrijke stap om de behoeftigheid van cliënten op een uniforme en gelijkwaardige manier te beoordelen. Bewaak tegelijkertijd dat de nodige extra budgetten worden vrijgemaakt om zo cliënten een menswaardig inkomen te bieden. + drempels (Remini) herzien! Het uitgangspunt voor de berekeningen moeten de reële huurprijzen zijn, en niet het Vlaams gemiddelde. Met abstracte parameters help je niemand vooruit, met de concrete situatie als uitgangspunt wel. Schoolfacturen moeten nu eerst betaald worden om er dan 80% van terug te krijgen. Dat systeem verdwijnt, er wordt gewoon 80% van de factuur betaald.
  • Het is belangrijk om bij elke nieuwe regelgeving, zeker deze met een financiële weerslag, een armoedetoets uit te voeren zodat bij negatieve effecten voor de mensen in armoede de nodige correcties aangebracht kunnen worden.
  • De werkdruk bij de sociale diensten in het algemeen en de wachtlijsten voor schuldbemiddeling en budgetbeheer in het bijzonder worden aangepakt door voldoende personeel te voorzien.
  • Een transparante communicatie rond mogelijke diensten en ondersteuning wordt op maat van de doelgroepen opgezet (welk aanbod, welke criteria, welke stappen, voor wie, …).
  • De bereikbaarheid, het afspraaksysteem en de onthaalwerking van het Sociaal Huis worden geëvalueerd en zo nodig bijgestuurd. Effectiviteit primeert op efficiëntie.
  • We verlagen de drempel naar gezonde voeding door mensen opleidingen aan te bieden, waarin ze leren hoe ze voor budgetvriendelijke, gezonde maaltijden kunnen zorgen. Ook moestuinprojecten en zelfpluktuinen spelen hier een rol in.
  • Er komt begeleiding voor gezinnen om de energiefactuur te doen dalen, bijvoorbeeld door alternatieve, energiezuinige toestellen te leasen.
  • Gemeenschapsdienst kan in bepaalde individuele gevallen deel uitmaken van het traject van mensen met GPMI, maar moet op maat gehanteerd worden en zal in geen geval verplicht worden.
  • Dialoog, netwerking en overleg zijn essentieel voor een goed lokaal armoedebeleid. We organiseren dit zowel met doelgroepen, gebruikers als betrokken organisaties, waarbij vooral de vertegenwoordiging van mensen in armoede via Al-arm niet mag vergeten worden. Er wordt een systematische en gestructureerde vorm van advies en inspraak door ervaringsdeskundigen opgezet.
  • Wij vragen dan ook de participatie van mensen in armoede ernstig te nemen bij de opmaak, evaluatie en bijsturing van het lokaal armoedebestrijdingsplan. De erkenning van hun ervaringsdeskundigheid is cruciaal. Betrek hen van bij aanvang bij de vormgeving van een doelgericht beleid voor structurele armoedebestrijding.
  • Ondersteun en erken lokale middenveldorganisaties in hun democratische en unieke rol om een zeer diverse groep van mensen die uit de boot (dreigt) te vallen een stem te geven. Door ervaringsdeskundigheid te kruisen met academische kennis, praktische kennis van hulpverleners en sociaal(cultureel) werk beïnvloeden we onze gezamenlijke strijd tegen armoede op een positieve manier, zowel preventief als curatief
  • Er komt een convenant met de Geelse scholen om de armoede aan te pakken. Het Sociaal Huis komt tussen in de schoolfactuur, helpt bij de aanvraag van studietoelagen en/of bemiddelt tussen school en ouders.
  • De Brugpartij wil dat de stad inzet op de uitbouw van een team brugfiguren in het onderwijs. Wij willen duurzaam blijven investeren in deze ondersteuningsvorm. De inzet van brugfiguren in het basisonderwijs zorgt voor de nodige verbinding tussen kwetsbare gezinnen en de school.
  • Schoolfacturen nemen een serieuze hap uit het gezinsbudget. We moeten bekijken of de stad moet helpen met een onderwijscheque voor kwetsbare kinderen in het kleuter- en lager onderwijs. Deze cheques zijn mogelijks een duwtje in de rug voor kwetsbare gezinnen. Heel wat steden en gemeenten voorzien ook in een financiële tegemoetkoming voor leerlingen in het secundair onderwijs. Om de betaalbaarheid van het onderwijs te waarborgen en gelijke schoolkansen te vrijwaren, zijn wij vragende partij om de werking van de onderwijscheque ook in Geel te overwegen en waar nodig te implementeren, ook in het secundair onderwijs.
  • Kinderopvang, jeugdwerk, speel- en vrijetijdsinitiatieven zijn naast het onderwijs belangrijke elementen om kinderen in armoede meer kansen op ontwikkeling te geven. Met hen wordt een aanpak uitgewerkt in functie van detectie en het wegwerken van participatiedrempels.
  • Er komt een netwerk rond opvoedingsondersteuning met Kind & Gezin, de initiatieven voor kinderopvang, het CLB, het CAW, maar ook met kinderen en jongeren als actieve partners. Gezinnen met vragen over opvoeding kunnen zodoende informeel en laagdrempelig terecht bij andere ouders en professionals.
  • Het stadsbestuur moet proberen de gaten te dichten, die de sociale huisvestingsmaatschappijen laten t.a.v. gezinnen met kinderen. Dit kan door zelf actief kwaliteitsvolle sociale woningen aan te bieden. Een zoektocht naar extra woonmogelijkheden dient snel te worden gestart.
  • Hoewel we de sociale zorg niet als een vrijwilligerskwestie zien, kunnen geëngageerde vrijwilligers voor vele individuen en gezinnen een baanbrekende rol spelen. Het buddy-principe zal op diverse manier worden toegepast.
  • Vergelijkbaar met het model van Armen TeKort kunnen buddy’s op een gestructureerde, maar informele manier mensen in kansarmoede begeleiden in het counteren van praktische en administratieve problemen.
  • Jonge gezinnen hebben een specifieke problematiek waarin buddy’s een positieve rol kunnen spelen, vooral in de dorpen.
  • De bestaande buddy-werking voor (anderstalige) nieuwkomers moet sterk worden uitgebreid. In principe zouden we aan elke nieuwkomer een buddy moeten kunnen aanbieden.
  • Ook op straat- of buurtniveau kan het buddy-principe worden toegepast om zorgzame buurten te realiseren, zonder discriminatie. Een centraal aanspreekpunt dat de omgeving goed kent, kan zowel de buurt intern verbinden als linken met de (sociale) dienstverlening, het stadsbestuur, de wijkpolitie etc.. We willen hier een door de stad ondersteunde functie van maken.
  1. Zorg
  • De basiszorg staat onder druk door een tekort aan huisartsen en tandartsen. Het stadsbestuur treedt bemiddelend en actief faciliterend op om in ieder dorp een huisartsenpraktijk te behouden en tandzorg op een acceptabele afstand beschikbaar te maken. Tijdelijke patiëntenstops bij individuele praktijken zijn allicht onvermijdelijk, maar iedere Gelenaar zou ergens in het groot-Geelse aanbod terecht moeten kunnen. Om dit in huisartsloze dorpen te realiseren kunnen er consultatieruimtes met vaste wekelijke zitdagen ingericht worden in de dorpshuizen. Ideaal is het wanneer deze consulaties door multidisciplinaire zorgen worden omringd.
  • Aan het fenomeen waarbij betaalbare gespecialiseerde medische zorg niet binnen een aanvaardbare termijn toegankelijk is in het ziekenhuis, maar dat die wel snel (maar tegen een hogere betaling) bereikbaar is in de privé-praktijken van de specialist, moet paal en perk worden gesteld.
  • Er komt een gemeentelijk infopunt waar mantelzorgers terecht kunnen met alle zorgvragen en een overzicht van alle zorgdiensten vinden. Dit infopunt is ook de plaats om hen te bevragen en veranderende noden te detecteren.
  • We zorgen voor ‘respijtzorg’, die mantelzorgers tijdelijk ontlast door bijvoorbeeld een oppasdienst uit te bouwen i.s.m. met het lokale diensten- of woonzorgcentrum. Ook een databank die de vraag naar mantelzorg koppelt aan het aanbod van vrijwilligers, en namiddagen waarop mensen ervaringen kunnen delen, zijn wenselijk.
  • Het lokale aanbod moet worden aangevuld met een ‘zorghotel’ voor kort verblijf en herstel na een ziekenhuisopname. In een overgangsfase wordt vanuit dit zorghotel de terugkeer in de eigen leefomgeving voorbereid.
  • De professionele zorg moet zich inschakelen in het lokale netwerk. Dienstencentra, buurthuizen, huisartsen, thuisverpleging, wijkgezondheidscentra, woonzorgcentra etc. zullen meer samenwerken in hun buurt en mekaar ondersteunen en versterken.
  • We creëren zorgnetwerken, waarin vrijwilligers taken (zoals ziekenvervoer of het bezoeken van mensen die eenzaam leven) op zich nemen. Cruciaal hierin is de aanstelling van een professionele netwerkcoördinator die naast samenwerking en ondersteuning van de vrijwilligers, ook zorgt voor een goede analyse van leemtes en een snelle detectie van noden.
  • We starten een wijkgericht beleid op met straathoekwerkers, brugfiguren of wijkregisseurs die naar maatschappelijk kwetsbare inwoners toegaan en verborgen zorgnoden of problemen detecteren.
  • Het toenemend aantal senioren met buitenlandse wortels vereist een cultuur-sensitieve ouderenzorg. We brengen in kaart hoeveel ouderen met een migratieachtergrond Geel telt en hoeveel van hen door de ouderenzorg worden bereikt.
  • We voorzien tolken waarop hulpverleners een beroep kunnen doen en screenen brochures op verstaanbaarheid.
  • Voor de Brugpartij is het essentieel dat het AZ Sint-Dimpna behoorlijk bestuurd wordt. De voorbije jaren waren op dat vlak helaas een dieptepunt. Daarnaast blijft het openbaar karakter van het ziekenhuis voor ons van kapitaal belang. We zullen dat garanderen, ook na de fusie met Mol. Dit lijkt vanzelfsprekend voor de Gelenaar, die nooit anders heeft geweten dat zijn lokaal bestuur via het OCMW een vinger in de ziekenhuispap had en op die manier de belangen van de gebruikers kon verdedigen. Helaas is die vanzelfsprekendheid verdwenen sinds oktober 2023, toen het college van burgemeester en schepenen zonder enig overleg, zonder voorstudie en zonder enige vorm van transparantie besliste om ‘op termijn’ uit het ziekenhuisbeheer te stappen. Na de fusie met Mol zal de aanwezigheid van Stad en OCMW in de Raad van Bestuur trouwens al afgebouwd worden. De artsenvereniging neemt dan een aantal zetels over.

De Brugpartij ziet geen enkele goede reden om uit het ziekenhuisbeheer te stappen, integendeel: het openbaar bestuur moet daarin zijn verantwoordelijkheid blijven opnemen en zijn rol voor de Gelenaar blijven spelen – weliswaar beter dan het dat de voorbije legislatuur heeft gedaan. We zullen de beslissing tot uittreding dan ook ongedaan maken.

  1. Diversiteit & discriminatie

Diversiteit is de rijkdom aan rassen, geslachten, leeftijden en graden van (in)validiteit die onze maatschappij kenmerkt. Discriminatie op deze vlakken hoort in een moderne, warme maatschappij niet thuis.

De Brugpartij is geen voorstander van een gemeentelijke aanpak van klachten i.v.m. discriminatie. Die functie wordt op een hoger niveau opgenomen door UNIA. We zullen wel een link naar de UNIA-website (en de klachtenprocedure) leggen op de website van de stad.

De Brugpartij is voorstander van correspondentietesten om discriminatie op de huurmarkt op te sporen en te beteugelen. We willen voorafgaand evenwel de plaatselijke vastgoedmakelaars sensibiliseren én trainen om kansengelijkheid bij hun cliënten te waarborgen. In het lokaal woonoverleg zal er actiever worden opgetreden door misbruiken op de private huurmarkt in kaart te brengen en naar oplossingen te zoeken.

Discriminatie op basis van leeftijd is courant bij sollicitaties, maar moeilijk aan te pakken. De vakbonden hebben hierin een belangrijkere rol te spelen. De jobcoaches van het Sociaal Huis spelen ook een positieve rol, en verder moet de stad zelf het goede voorbeeld geven met een non-discriminatiebeleid bij aanwervingen. In het beleidsakkoord worden daartoe meetbare doelstellingen opgenomen rond het bevorderen van diversiteit en inclusie bij het stadspersoneel. We pleiten voor een streefcijfer en een actieplan om dat te bereiken, een non-discriminatieclausule in het arbeidsreglement en een vast aanspreekpunt op de personeelsdienst. Stages en studentenjobs bij de stedelijke instellingen (stad, OCMW, WZC, ziekenhuis, groendienst…) zullen ook via de diverse gemeenschappen worden aangeboden.

De lokale politie neemt in deze problematiek een aparte plaats in én is een belangrijke speler in de strijd tegen discriminatie. Enerzijds moet van discriminatie een prioriteit gemaakt worden in het zonaal veiligheidsplan. Discriminatie is namelijk óók een misdrijf met een sociale impact, die even groot is als die van sluikstorten of sociale fraude. De Brugpartij pleit voor het aanduiden van een referentieambtenaar in de politiezone om de richtlijnen van de omzendbrief van het college van procureurs-generaal (COL13/2013) beter toe te passen aan de hand van een formeel opsporings- en vervolgingsbeleid inzake discriminatie en haatmisdrijven. Het personeel van de zone moet ook diverser worden gerekruteerd (met streefcijfers en een actieplan) en vervolgens opgeleid worden om COL13/2013 in het veld toe te passen.

Kinderen uit kansengroepen en minderheden moeten worden versterkt. Dat ze Nederlands spreken, is daarbij erg belangrijk. Dat geldt ook voor hun ouders. Er worden initiatieven ontwikkeld om de taalkennis van ouders van kinderen in de basisschool te monitoren en te vergroten (vb. ‘Mama leert’). Moeders en hun peuters moeten een inburgeringstraject op maat aangeboden krijgen.

Bij problemen verbindt de stad leerkrachten en ouders met elkaar via de gemeenschappen. De leerkrachten moeten zich bewust zijn van vooroordelen en stereotypen jegens mensen van een ander ras.

Haatmisdrijven zijn dagelijkse kost op de sociale media. Geel kan inschrijven op Vlaamse subsidies voor een ‘plan samenleven’ door een lokaal actieplan tegen polarisatie op te maken. De stad kan zelf actief optreden tegen haatspraak op het internet, bijvoorbeeld door klacht in te dienen tegen de excessen in de Facebookgroep ‘Ge zijt van Geel als’.

Het stadsbestuur roept de beheerders van deze Facebookgroep(en) tot de orde en maakt goede afspraken met hen, met een stok achter de deur. De stad reageert ook snel en accuraat op deze berichten en laat er geen onduidelijkheid over aan welke kant ze staat. De communicatiedienst reageert met correcte fact-checkfiches op desinformatie die op de sociale media wordt verspreid.

Het lager onderwijs en de jeugdploegen van de plaatselijke voetbalclubs scoren goed op het vlak van diversiteit, maar daar stopt het verhaal. Bepaalde secundaire scholen zijn overwegend wit, verbindende evenementen als Gheelamania rekruteren nauwelijks gekleurde deelnemers. Om de mechanismen bloot te leggen die de doorstroming uit andere gemeenschappen verhinderen, zullen we te rade bij deze gemeenschappen zelf te rade gaan en hun aanbevelingen toepassen.

Om de dienstverlening voor personen met een handicap, doelgroepen en minderheden te verbeteren, komt er een inclusieambtenaar die met alle stedelijke diensten in verbinding staat.

De Dienst Gelijke Kansen zal worden versterkt om zijn werking te garanderen en uit te breiden. Gelijke kansen en diversiteit wordt de bevoegdheid van een schepen.

Openbare besturen hebben het recht om het dragen van een hoofddoek te verbieden bij ambtenaren die in contact komen met het publiek. Daar is de Brugpartij geen voorstander van. Dat een moslima al dan geen hoofddoek draagt, is haar eigen keuze. Het belangrijkste is kwaliteitsvolle dienstverlening, met of zonder hoofddoek. We laten vrouwen vandaag terecht kiezen om een vroege ongewenste zwangerschap te beëindigen. Laten we hen dan ook de ruimte geven om zelf te beslissen of ze hun hoofd bedekken. Het debat over hoofddoeken is een symbooldebat dat vooral de polarisering dient. Vrouwen zelf de keuze laten, dient de integratie.

  • Het Geelse integratiebeleid is actief gericht op het samenleven met al de mensen die als vluchteling in ons land op zoek zijn naar een veilige thuis. Na hun erkenning ondersteunen we hen om in een nieuwe cultuur en zonder netwerk goed te integreren. We werken hiervoor op drie domeinen: wonen, werken, samenleven.
  • We kiezen voor diversiteit in de stedelijke tewerkstelling en werken een diversiteitsplan uit. Waar we zelf geen werkgever zijn, nemen we clausules rond diversiteit op in onze voorwaarden rond gunning of uitbesteding van opdrachten.
  • De groep van tijdelijke buitenlandse arbeidskrachten blijft onder de radar van zowel het beleid als het middenveld. Deze groep van Roemenen, Polen, Portugezen, Bulgaren, … werkt vaak in precaire werkomstandigheden: tijdelijke contracten, lage lonen, zware arbeidsomstandigheden, …. Bovendien zijn ze vaak slachtoffer van huisjesmelkerij. Een doorgedreven controle op de arbeids- en woonomstandigheden dringt zich op.
  1. Mensen met een beperking
  • We sensibiliseren personeel en initiatiefnemers allerhande om de toegankelijkheidscheck telkens te voorzien. De stedenbouwkundige verordeningen hierover worden consequent toegepast en opgevolgd.
  • We gaan aan de hand van praktijktesten na waar het openbaar domein in het centrum tekortkomingen vertoont inzake bruikbaarheid, begaanbaarheid, toegankelijkheid e.d.. We maken vervolgens een stappenplan om de nodige aanpassingen uit te voeren aan lamentabele stoepen, straten, doorgangen en oversteekplaatsen.
  • We ondersteunen sport- , jeugd- , cultuur- en andere verenigingen die ten behoeve van een betere toegankelijkheid aanpassingen doen aan hun infrastructuur.
  1. Seniorenbeleid
  • Een permanente dialoog met de Seniorenraad zal aan de basis liggen van een nieuw lokaal beleid dat inspeelt op de noden en behoeften van de senioren in Geel. Bij de aanvang van de nieuwe beleidsperiode zal een eerste gesprek worden gevoerd over mogelijke realisaties en aandachtspunten uit hun memorandum.
  • Het Toekomstplan Oudere Gelenaren (TOG) zal worden geactualiseerd.
  • Oud worden in eigen dorp blijft de doelstelling. Een (ambulant) zorgaanbod in de dorpshuizen is hiertoe cruciaal. Ook nieuwe kleinschalige woonvormen (co-housing, begeleid zelfstandig wonen,…) voor ouderen moeten worden gefaciliteerd. De mogelijkheden om zorgwoningen, kangoeroewoningen en zorg-cohousing te realiseren worden vergroot door het snoeien in regelgeving die deze woonvormen in de weg staat.
  • We gaan op toernee door de dorpen met de dienstverlening van het Luysterbos. De dorpshuizen zijn ook ideaal voor cursussen die nu al in het dienstencentrum worden gegeven, maar die slechts een beperkt deel van de doelgroep bereiken. We denken aan het gebruik van allerlei internettoepassingen via de smartphone of een laptop, zoals de parkeer-app.
  • Het WZC Wedbos mag niet geprivatiseerd worden.
  1. (Jonge) gezinnen en kinderen
  • Het inplannen van flexibele werkplekken en studieruimtes omgeven door het nodige groen en accommodaties is daar een voorbeeld van.
  • De stad moet de maatregelen die (ver)bouwers helpen bij het klimaat-neutraal maken van het woningbestand verscherpen om de transitie sneller mogelijk te maken.
  • Voor de Brugpartij moeten de jonge gezinnen beter worden omringd. De zoektocht naar kinderopvang is nog altijd een problematische kwestie voor teveel jonge ouders. Ook al is dit vooral een bovengemeentelijke materie, de stad moet toch op zoek naar creatieve oplossingen. Waarom niet met intergenerationele opvang?
  • Terwijl de babyboomers nog werden toevertrouwd aan grootouders of babysitters, zien we vandaag dat nieuwkomers het veel moeilijker hebben om een babysit te vinden. Een buurtgerichte werking en een dorpenbeleid dicht bij de mensen moet zorgen voor meer cohesie en sociale contacten. Er is nood aan een nieuwe systematiek voor babysitten en de stad kan daarin een regisseursrol opnemen, bijvoorbeeld met een website met vraag & aanbod. Via de scholen kan ze ook actiever worden in het connecteren van jonge ouders die nieuw zijn in Geel. Het welkompakket met een sociale kaart in een Start To Geel kan daar een eerste stap toe geweest zijn, maar voor de Brugpartij mag het veel verder gaan, tot gesprekken en enquêtes aan de schoolpoorten.
  • De stad moet er alles aan doen om het vakantieaanbod betaalbaar en toegankelijk te maken. De aangeboden zomerkampen en vakantieopvang zitten te snel vol. Voor ouders die met hun inkomen net boven de grens van de verhoogde tegemoetkoming zitten is 15€ per dag bovendien teveel. De Brugpartij wil samen met de jeugdbewegingen onderzoeken of het vakantieaanbod voor kinderen kan uitgebreid worden.
  • Zinvolle initiatieven zoals de fietsbib, het uitlenen van speelgoed tot kinderkleding, attributen als autostoelen, voetbalschoenen enz. bestaan al, maar de noodzakelijke switch die van deze mentaliteitswijziging een nieuwe cultuur moet maken, is er nog net niet. Dergelijke initiatieven moeten worden ondersteund, gepromoot en uitvergroot, en niet enkel in het centrum. Een voorbeeld zijn de Mamadepots van Ferm.
  • Er wordt een samenwerking opgezet met Foodsavers en de bestaande initiatieven, zowel de private als die onder de koepel van het sociaal huis, om gezinnen met een laag inkomen op een bredere manier te ondersteunen. Hierbij gaat het o.a. om het vullen van de ‘lege brooddozen’, een nieuw sociaal café en een sociale kruidenier, een ‘bibliotheek’ voor speelgoed, baby-materiaal en (kinder)kleding.
  • We nemen de voorstellen in het memorandum van Al-Arm in hun geheel over.
  • We zorgen ervoor dat men in elk dorp een ‘blokje rond’ kan doen: een gezonde wandeling door een rustig, groen decor, toegankelijk voor iedereen.
  • Braakliggende terreinen krijgen waar mogelijk een bestemming, gericht op gezinnen met kinderen. (Tuintje, speeltuigen…?)
  • We vergroten het aanbod aan kinderopvang. Niet-gesubsidieerde plaatsen financieren we zelf.
  • (Generatie)armoede is niet alleen een onrecht, er staat ook een financiële kost tegenover die deze generaties met zich mee slepen. De Brugpartij wil bij wijze van experiment voor een aantal dergelijke gezinnen alles wat hen in de armoede drukt in één keer ‘afkopen’ om voor hen een trendbreuk te verwezenlijken. M.a.w.: we zorgen ervoor dat ze met een propere lei kunnen beginnen, en begeleiden hen vervolgens intensief en van zeer nabij om ervoor te zorgen dat ze uit de greep van de armoede blijven. We geloven dat deze investering op termijn goedkoper uitkomt voor de maatschappij, terwijl ze voor de betrokken gezinnen – en de volgende generaties – een ander leven mogelijk maakt.
  • Het beleid om de interestsneeuwbal, waar vele kansarme gezinnen en alleenstaanden mee te maken hebben, via schuldbemiddeling te doen smelten, wordt geëvalueerd en bijgestuurd waar nodig. De stad kan bijvoorbeeld zelf lenen aan 0 procent.
  • We spinnen een speelweefsel: een netwerk van plaatsen en parkjes doorheen de stad, waar gespeeld kan worden.
  • Er komt meer ruimte voor spelende kinderen. Kinderen die bewegen, zijn gezonder. Kinderen zijn de maat voor de inrichting van openbare ruimte: is die veilig voor hen en hebben ze voldoende plaats om zich uit te leven?
  • Lege brooddozen (of varianten daarvan) op school blijven aan de orde. We zorgen om te beginnen voor een correcte inschatting van het probleem. Alle Geelse scholen worden daartoe bevraagd. Gratis warme maaltijden op school lijken niet de beste oplossing voor dit probleem, dat een doelgerichtere aanpak vereist. Op basis van de cijfers gaan we voor een verfijndere oplossing, die kinderen in kansarmoede niet stigmatiseert. Het aan alle leerlingen ter beschikking stellen van fruit (via Foodsavers, zie verder) zien we wél als een zinvolle bijdrage aan dit probleem, dat in eerste instantie om gezondheid draait.
  • De stad voorziet een bijdrage in de (school)abonnementen van De Lijn.
  • De tijd van de kartonnen dozen en de massale CM-vakanties ligt ver achter ons. Het Kazoo-aanbod en de door de stad aangeboden vakantiekampen lenigen omwille van betaalbaarheid en schaarsheid maar een deel van de nood. We scheppen bijkomende mogelijkheden voor betaalbare groepsreizen in de vakantie. Bestaande initiatieven (Speelpleinwerking, Bengelbende,…) en organisaties (het verenigingsleven, Al-Arm, het stedelijk onderwijsnet…) worden hierbij betrokken.
  • Kinderen met een allochtone achtergrond bereiken de verbindende activiteiten die de stad voor de Gelenaars opzet te weinig. Het massa-spektakel Gheelamania (2026) is te blank voor de diversiteit die Geel kenmerkt. We laten ons door de allochtone gemeenschappen adviseren om de betrokkenheid van hun jongeren te vergroten (brugfiguren?) en passen deze principes toe op andere evenementen.
  • Trouwers hebben in Geel weinig keuze qua locatie: het is de trouwzaal van het stadshuis of niks. Die zaal is te klein, familie en vrienden worden geacht de plechtigheid buiten te volgen. We zoeken bijkomende locaties zoals het Gasthuismuseum, de Molen van ’t Veld enz. om het aantal trouwlocaties uit te breiden.
  1. Wereldburgerschap
  • De Geelse Derdewereldraad (DWR) is een belangrijke adviserende en richtinggevende partner.

We willen de initiatieven die hier ontstaan en de organisaties die hierin actief zijn verder steunen met voldoende mensen en middelen:

  • Naast de vele noord-zuidinitiatieven van de diverse organisaties in de DWR willen we lokaal vooral ook initiatieven en projecten versterken die zich richten tot jongeren. Ontmoeting, informatie-uitwisseling en vorming moeten een plaats krijgen, met voldoende logistieke en financiële ondersteuning.
  • Praktijk en -inleefstages bij projecten in het zuiden met jongeren vanuit NGO’s, scholen, jeugdorganisaties en 4e-pijlerinitiatieven zijn werkvormen die steun verdienen en bij toekomstige generaties een mondiale blik en inzicht kunnen versterken.
  1. Wonen
  • Als woonactor moet de stad inzetten op de inkomenscategorie die net niet in aanmerking komt voor sociaal wonen, de stad moet daar het sociaal kopen introduceren. Niet enkel voor alleenstaanden en starters maar ook voor éénouder gezinnen ligt hier een uitdaging. Co-housing, (zorg)woningen voor ouderen, studio’s, zijn woonvormen waar de stad moet op inzetten.
  • De hervorming van de sociale woonmaatschappijen leidde tot een stilstand. Als je in Geel op zoek bent naar een sociale woning zijn er meer dan 1000 wachtenden voor u. Met de recente nieuwe sociale wijken doet Geel (net) voldoende om de norm van de Vlaamse planning te halen. Voor de Brugpartij moet de stad ambitieuzer zijn. De stad moet een nieuwe dynamiek in de lokale woningmarkt brengen door de eigen financiële middelen te herschikken én dynamisch in te zetten, door samen te werken met burgers, vzw’s, woonmaatschappijen en privé-investeerders én door zelf de rol van bouwheer, investeerder of regisseur op te nemen. Om dat te realiseren zal de stad gebruik maken van haar voorkooprecht wanneer er bescheiden woningen op de markt komen. Deze zullen worden overgedragen aan LeefGoed om via het sociaal-verhuurkantoorsysteem als sociale woning aangeboden te worden. Ook eigen grond en patrimonium inbrengen kan hier een cruciale hefboom zijn, waarbij ruimte voor vernieuwende en toekomstgerichte woonvormen vrijkomt in een beleid dat speculatie en discriminatie bestrijdt.
  • Het stadsbestuur zal de mogelijkheid onderzoeken om in grotere woonprojecten een deel van de beschikbare woongelegenheden in eigendom te nemen, en deze gericht aan jonge gezinnen aan te bieden. Wanneer dit niet mogelijk is, zal in de bouwvoorschriften de vereiste worden opgenomen om een aantal kleinere wooneenheden te voorzien die aan een bescheidener prijs aan jonge gezinnen kunnen worden aangeboden.
  • De Woonraad is dringend aan een revisie toe. Deze raad moet opgewaardeerd worden om zijn rol beter te vervullen. Twee maal per jaar vergaderen is iets van het goede te weinig…