Stadsontwikkeling en mobiliteit

Home / Stadsontwikkeling en mobiliteit

Stadsontwikkeling en mobiliteit

De ontwikkeling van een aantrekkelijk handelscentrum gaat hand in hand met het mobiliteitsthema én met duurzaamheid. Een vlot bereikbaar en ‘leesbaar’ centrum, waar de bezoeker zijn weg vindt zonder ergernis, chaos en gevoelens van onveiligheid in het verkeer, trekt mensen aan en doet hen terugkomen. Zover zijn we nu nog lang niet.

De bloei van het handelscentrum heeft niet uitsluitend met mobiliteit te maken. Als winkelstad heeft Geel bijvoorbeeld nog een ruime achterstand op Mol, dat qua mobiliteit nochtans vergelijkbaar (chaotisch) is. Een aantrekkelijk handelscentrum is levendig, maar niet te druk. Het is modern, maar het eert zijn verleden. En vooral: in een lelijk decor spelen zich zelden mooie stukken af. In Geel-centrum tiert de lelijkheid echter welig. De grote leegte van de Werft begint aan de voet van de historische Sint-Amandstoren. Straten die voor het centrum de functie van slagader hebben – Diestseweg, de Billemontstraat, Lebonstraat,… – hebben sinds de jaren 1980 geen update meer gekregen. Het Sint-Dimpnaplein tussen de St.-Dimpnakerk en de site van het Gasthuismuseum is een ‘asfalt jungle’…

De oplossingen die al jaren worden gehanteerd om de mobiliteit in het centrum te stroomlijnen en tegelijk het handelsweefsel herop te doen leven, hebben onvoldoende gewerkt. Het is tijd voor nieuwe oplossingen! De handelskern moet een gezonde mengeling van winkelen en wonen vertonen. Op mobiliteitsvlak willen we geen kopie van het vorige beleid, maar een goed doordacht plan waarbij de inwoner zijn inspraakrecht kan doen gelden, binnen het kader van de mobiliteitsprincipes waar de Brugpartij voor staat.

In het centrum is het niet alleen het commerciële hart van Geel dat aandacht vraagt, maar ook de slagaders daar naartoe: Elsum, Dr. Van de Perrestraat, de Billemontstraat, Sint-Dimpnaplein, Diestseweg, Lebonstraat…

Bij de (her)inrichting van het openbaar domein en de wegenis moeten de bewoners een stem in het kapittel krijgen. We gaan ook hier voor een coproductie met alle betrokkenen. De inrichting van een straat en de leefbaarheid ervan moeten in eerste instantie samen met de bewoners bekeken worden, al geldt voor het handelscentrum dat ook de belangen van de andere ‘gebruikers’ zwaar doorwegen. Het uitgangspunt dat iedereen vlakbij zijn bestemming moet kunnen parkeren, is nefast gebleken voor de leefbaarheid van het centrum.

Het handelscentrum van Geel moet voluit op zijn troeven inzetten: het erfgoed, het handelsaanbod, de diverse horecazaken, en de kleinschaligheid en bewandelbaarheid ervan.

Er zijn nog vele mogelijkheden om uniek Geels patrimonium in te zetten in de versterking van de attractiviteit van het handelscentrum. In de Nieuwstraat staat de houtopslagplaats van aannemer August Leurs, inmiddels ca. 120 jaar oud, en het bijhorend koetshuis al jaren te verkommeren. Dit is patrimonium met monumentwaarde, dat zich bovendien perfect leent om een pleisterplaats te worden in een verlevendigd, bewandelbaar handelscentrum. Wij ijveren ervoor deze site in die zin te ontwikkelen.

De herstructurering van de buurt rond het station moet een schoolvoorbeeld worden van co-creatie en moderne stadsontwikkeling. De stad moet faciliteren, zelf de regie op zich nemen en de nodige kennis inhuren of verwerven om projecten als deze ook in de toekomst op een moderne manier aan te pakken.

We moeten de perceptie wegwerken dat Geel-centrum moeilijk bereikbaar zou zijn, dat er onvoldoende parkeermogelijkheden zijn en dat parkeren er duur is.

We ijveren voor het opwaarderen van de handelszone in het centrum. Ten behoeve van deze handelskern blijft het centrum vlot bereikbaar met de auto. Parkeren op wandelafstand blijft hoe dan ook mogelijk. De parkings worden onderling bewegwijzerd, zodat men bij plaatsgebrek niet op de dool hoeft te gaan om een alternatief te vinden.

De winkelstraten moeten aangenaam en fietsvriendelijk ingericht worden met de nodige aandacht voor de shopper die te voet is. De fietser moet zijn stalen ros vlakbij de winkel van bestemming kunnen achterlaten in een aangepaste stalling.

De handelaars kunnen allerlei verkeersluwe acties organiseren zoals een autoloze zondag. Een constante actie, zoals “met de fiets komen = korting” kan een variant zijn van een spaaractie: “kaart vol = aankoopbon Geel Centrum”. De stad kan hierbij een duwtje in de rug geven, maar ook een tegemoetkoming in de parkeerkosten kan door de handelaars overwogen worden.

We moeten er vooral voor zorgen dat het winkelaanbod in het centrum opnieuw stijgt, in combinatie met een aangename, kwaliteitsvolle inrichting van het publiek domein. Om grotere winkelketens naar het centrum te krijgen moeten de bouwvoorschriften in de winkelstraten, die nu als een rem ervaren worden, herbekeken worden. Anderzijds moet worden onderzocht of er precies niet méér kansen liggen wanneer er voor een nieuw, kleinschaliger en specifieker winkelaanbod wordt gekozen.

De gebreken van de Geelse mobiliteit blijven de burger storen. De huidige meerderheid is er na twee legislaturen nog steeds niet in geslaagd om voor de Gelenaar schot in de zaak te brengen met een samenhangend mobiliteitsplan.

Dat er helemaal niks gebeurd is, is overdreven. Maar frisse ideeën (fietsstraten, schoolstraten,…) krijgen een halfslachtige uitvoering, en het blijft aanmodderen in de marge. Een beetje hier, een beetje daar, en misschien wel willen, maar niet durven of niet kunnen.

Algemene tevredenheid over de mobiliteit in een stad is een illusie. Maar het mag duidelijk zijn: het is tijd voor een aanpak met duidelijke keuzes voor bewoners en zwakke weggebruikers én met  een aangepaste weginfrastructuur. Zulke aanpak is nodig voor Geel, voor wie er woont, werkt, handel drijft én voor de bezoeker. We gaan voor een betere bereikbaarheid, veiliger verplaatsingen, leefbaardere straten en buurten, duurzamer vervoer, een aangename inrichting van de publieke ruimte en … gezonde luchtwegen.

 

Onze concrete voorstellen

  1. De bereikbaarheid van de deeldorpen, de verkeersveiligheid en de leefbaarheid in en rond die dorpen.
  • De ‘Gele Lijn’ verbindt de Geelse dorpen met het centrum als betaalbaar alternatief collectief vervoer
  • Betaalbare elektrische deelwagens worden beschikbaar in ieder deeldorp
  • Iedere school en elke schoolstraat is het eindpunt van een fietsveilige schoolroute waarlangs jonge kinderen, zo mogelijk onder begeleiding en in groep (‘fietsbussen’), naartoe kunnen fietsen.
  • Er worden een aantal veilige shortcuts met tunnel of brug gerealiseerd voor fietsers- en voetgangers om de Ring of de Antwerpseweg snel en veilig te kruisen naar het centrum, Thomas More of de industriezones. Daarnaast komen er aangepaste woon-werk-winkel-fietsroutes in verbindingsstraten zoals Poiel, het Stokt, de Malosewaver, de bereikbaarheidsas, …
  • Verbindingswegen met veel sluikverkeer krijgen een aangepast profiel om fietsers meer ruimte te geven.
  • Na de dorpscentra van Winkelomheide en Stelen is het logisch dat ook de kernen van Oosterlo, Zammel, Larum en Ten Aard een tonnagebeperking krijgen. Dit geldt uiteraard ook voor Sint-Dimpna (zie verder).
  • Trage wegen worden systematisch geherwaardeerd en waar nuttig als onderdeel van veilige wandel- en fietsroutes uitgebouwd. De stad formuleert een visie op het bestaande én het toekomstige netwerk van trage wegen. Ze gaat in gesprek met eigenaars die trage wegen momenteel niet toegankelijk maken of ‘uitgegomd’ hebben en treedt handhavend op wanneer die toestand blijft aanslepen. Elke trage weg krijgt een straatnaam en een naambordje, en wordt opgenomen in een onderhoudsplan.

 

  1. Geel-centrum wordt een aangenaam activiteiten- en belevingscentrum voor handel en wandel.
  • De Nieuwstraat, Markt en Havermarkt worden ‘de Meir van de Kempen’. Een autoluw centrum van gezelligheid, handel en cultuur met aangename groene zones en lanen om te toeven en te ontmoeten. De twee centrumparkings brengen bezoekers dichtbij met de Gele Lijn of de eigen wagen. Voor mensen met een beperkte mobiliteit komt er een kiss-en-ridezone voor kort parkeren aan de noord- en de zuidkant.
  • Rode fietsstroken versmallen de rijweg visueel voor bestemmingsverkeer met auto’s. De infrastructuur van fietsstraten wordt duidelijker en hiervoor ook aangepast.
  • De bereikbaarheidsas wordt volledig afgewerkt.
  • Gasthuisstraat, Fehrenbachstraat en Pas krijgen een tonnagebeperking.
  • Enkelrichting wordt ingevoerd waar de verkeersstromen onvoldoende ruimte hebben om veilig gemengd tweerichtingsverkeer toe te laten. De monding van de de Billemontstraat in het Sint-Dimpnaplein krijgt een enkele richting.
  • De signalisatie van en naar de verschillende parkings zal uitgebreid en verbeterd worden, met logische routes en het al vernoemde ‘1-way-in = 1-way-out’-principe. Een verdere digitalisering met een real-time capaciteitsweergave zal in het straatbeeld opduiken.
  • De dienst mobiliteit wordt uitgebreid met een fietsambtenaar die een prioriteit zal maken van een degelijk fietsbeleid.
  • De Adviesraad Gemeentelijke Mobiliteit (AGM) zal functioneren als een volwaardig adviserend orgaan. De AGM moet frequenter samenkomen en alle relevante thema’s met betrekking tot mobiliteit behandelen. De diverse belangengroepen m.b.t. mobiliteit worden als een belangrijke partner betrokken bij diverse mobiliteitsbeslissingen en -initiatieven.
  • Er zal worden nagegaan of onze handelskern en de plaatsen waar mensen vaak moeten zijn (ziekenhuis, bib, stadhuis, cultuurcentrum, Sociaal Huis….) nog bereikbaar en toegankelijk zijn voor minder mobiele mensen. Alle storende elementen (verkeersborden, straatmeubilair …) op voetpaden moet uit de weg om een vlotte en veilige doorgang te garanderen. Heel het centrum zal hierop worden gescreend.

 

  1. Maatwerk voor doelgroepen, aandacht voor onderhoud en specifieke problemen
  • De Geelse voetpaden hebben nog maar net een ‘fiberaanslag’ doorstaan. Een opgedreven plan om naar kwalitatieve stoepen en oversteekplaatsen te evolueren is dringend nodig. Dat wil zeggen: overal voldoende brede doorgangen, verlaagde stoepranden bij oversteekplaatsen, een aanvaardbare hellingsgraad, verkeerslichten op ooghoogte voor zwakke weggebruikers, met akoestisch en aftellichtsignalen, met een vertragingstoets om de oversteektijd zo nodig aan te passen.
  • Er komt een pendelplan voor mindermobielen en zorgbehoevenden, waarbij het model van de mindermobielencentrale versterkt wordt en een regionaal pendelfonds een rol kan spelen.

 

  1. Vooruitziend en lokaal plannen en handelen rond te verwachten ontwikkelingen.

Concreet:

  • De toekomstige inplanting van een nieuw fusieziekenhuis en een Innovatiecampus zullen heel wat nieuwe mobiliteitsstromen creëren, die nu al kunnen ingeschat worden. We maken zelf een plan, waarin we ook bovenlokaal de Geelse behoeften tot aanpassing van de infrastructuur kunnen aantonen.
  • Er komen betaalbare publieke laadpunten voor elektrische (deel)fietsen.
  • We zoeken nieuwe vormen van publieke laadpunten (in de stoepranden, gelijkgrondse deksels) die de publieke ruimte visueel minder belasten.

 

  1. Meer activistisch en ondubbelzinnig wegen op bovenlokaal beleid
  • De juiste investeringen voor een betere doorstroming op de Ring en de Antwerpseweg te zullen ook in Geelse deeldorpen en het centrum heel wat verkeersproblemen oplossen. Vasthouden aan achterhaalde prioriteiten zoals een lokaal onwenselijk en onnodig bijkomend stuk Ring heeft Geel al heel wat nuttige investeringen (ventwegen, onder- of bovengrondse oversteekplaatsen, aanpassingen aan kruispunten…) doen missen. De minister een brief schrijven of eens ontvangen worden door een ondergeschikte uitvoerende ambtenaar zullen dit niet keren. Een ondubbelzinnige, breed gedragen lokale visie is de start om ons bovenlokaal meer activistisch en strategisch op te gaan stellen. In plaats van de beslissingen van anderen te ondergaan, moeten we duidelijker maken waar we voor staan.

Een burgemeester van de Brugpartij zal het zwaar verkeer op de as Gasthuisstraat-Logen verbieden. Indien de minister van Verkeer dit verbod teniet doet, zal de burgemeester het opnieuw verbieden. Dat zal hij blijven doen tot de minister met hem in gesprek wil gaan en het voorstel om daar een tonnagebeperking in te voeren, zoals dat eind 2023 door de voltallige gemeenteraad werd gedaan. De nota die toen aan de minister werd bezorgd, is bijzonder goed geargumenteerd.