Camping Brug: berichten uit het Geelse buitenland (2)
ALS GOD IN LARUM…
Het is weer stil op het kerkplein van Larum, maar dat is het hier heel de namiddag niet geweest. Camping Brug ging in première, en er was volk op het kerkplein.
Er is nog niets wereldschokkends gebeurd in Larum, maar fijn was de dag hier wel. Een man of dertig op bezoek gehad, en altijd een aangename babbel. Alles uitgeprobeerd ook: de af- en opbouw van het droog gemak (het is een beauty geworden), de buitenbar in mekaar gestoken… Het Larumse kerkplein leent zich er wel toe om met wat creativiteit en fantasie tot een aangename plek getransformeerd te worden.
We staan hier met twee campers en het is nu rustig – het gaat dan ook naar middernacht. Ik moet het kort houden, want hoe langer ik het maak, hoe korter mijn nacht wordt. En de dag van morgen moet goed benut worden. Mijn fiets, die ik hier zal nodig hebben, heeft een lekke band. Ik heb al mijn hoop gevestigd op een snelle service bij Fietsen Lievens, waar ik voor de deur wil staan zo gauw de zaak open gaat. Meteen daarna is het werken geblazen aan een trage weg die een groot onderhoud nodig heeft. Om 16 uur doe ik een babbel met een oer-Larumse, een uurtje later duiken we de Neerhelst in en om 20 uur gaan we zingen. In tussentijd trek ik het dorp in, misschien ga ik wel naar de kapper ook. Tijd om te schrijven zal er weinig zijn (en om te lezen nog minder).
Maar het was aangenaam, vandaag. Camping Brug heeft veel bezoek gekregen. Bekenden en minder bekenden, en ze vonden het allemaal heel gezellig. Even verlieten we Camping Brug voor een bezoek aan het terras van café Bij de Goor (hier recht tegenover), maar op een mum van tijd groeide de groep daar zo sterk aan dat we maar terug naar de camping zijn getrokken om daar verder te keuvelen. Men ontvangt uiteindelijk toch het liefst ten huize, en mijn huis, dat is de Brugmobiel.
Ik weet niet hoe dat bij u zit, maar hier in Larum vliegt de tijd: om het halfuur slaat de kerkklok. Eigenaardig genoeg staat de wijzerklok 6 minuten voor, maar geven de klokken stipt het uur aan. Het halfuur dus ook. Nu vind ik dat charmant, maar als ze dat de hele nacht blijven doen, zal het plezante er snel af zijn. Er schijnt een kerkuil te wonen in het huis van God waarnaast ik mijn handrem heb opgetrokken, maar die heb ik nog niet gezien of gehoord.
Nee, niets wereldschokkends gebeurd. Maar Camping Brug wérkt wel. Het ziet er naar uit dat ik morgen zowel ’s middag als ’s avonds in mijn levensonderhoud zal kunnen voorzien zonder zelf moeten koken. Van Tinne Van Gelder kreeg ik een potje confituur (abrikoosrabarber, moet zoiets zijn als kerstomaat). Het ontbijt komt dus ook wel goed. De bakker aan de overkant begint zo meteen aan zijn dag. Als ik eens een punt zette achter de mijne? Goedenacht, tot morgen. (dk)